Als een groene gordel rondom de evenaar liggen de 17.000 eilanden van Indonesië. Dit grootste land van Zuidoost-Azië is één van de populairste bestemmingen onder backpackers. Vrijwel iedereen die voor het eerst naar Indonesië gaat, begint dan met dezelfde twee van die 17.000 eilanden: Java en Bali. Dat is heel begrijpelijk: deze twee eilanden bieden je de perfecte introductie tot dit gigantische eilandenrijk. Het grote en drukke Java staat bol van de historische bezienswaardigheden en indrukwekkende vulkanen. Bali heeft weer een heel eigen cultuur en bovendien prachtige stranden, een heerlijke keuken en een goed uitgaansleven. Wil jij weten hoe je een route kunt plannen voor een korte reis in Indonesië? En welke plekken daarbij echt niet zouden mogen ontbreken? Scroll dan snel verder!
Scroll snel naar...
Je trip naar Indonesië voorbereiden
Het is niet voor niets dat Java en Bali zo’n populaire backpackbestemming zijn. Want naast dat er veel te doen is, hoef je qua voorbereiding niet met heel veel dingen rekening te houden. Als je de volgende tips opvolgt dan kan er maar weinig misgaan!
Visa en grensformaliteiten
Je hebt voor Indonesië geen visum nodig. In ieder geval niet wanneer je er 30 dagen of korter blijft. Voor deze route is dat voldoende, maar wanneer je meer van de 17.000 eilanden wilt gaan ontdekken zijn die 30 dagen al snel onvoldoende. De stempel die je krijgt als je zonder visum Indonesië binnenkomt is niet om te zetten in een visum. Als je langer naar Indonesië wilt heb je twee mogelijkheden:
- Je verlaat het land voor een visa run: je steekt de grens over naar Maleisië of Oost-Timor of boekt een vlucht naar een ander land om vervolgens weer een nieuwe stempel voor 30 dagen te krijgen;
- Je vraagt van tevoren een visum aan via deze website.
Beste reistijd voor Java en Bali
Omdat Indonesië rond de evenaar ligt, is het er altijd warm en ook bijna altijd vochtig. De meeste kans op droog weer heb je op Java en Bali in onze zomer en herfst, maar ook tijdens deze maanden moet je rekening houden met een fikse regenbui op zijn tijd. Onze wintermaanden (december tot en met februari) kennen de meeste neerslag.
Onderweg in Indonesië
Java en Bali hebben veruit de beste infrastructuur van Indonesië voor een backpacktrip. Zowel qua vervoersmiddelen als overnachtingsmogelijkheden.
Hoe reis je rond op Java en Bali?
Voor het rondreizen op Java en Bali kun je gebruik maken van een grote variatie aan vervoersmiddelen. Wat alle vervoersmiddelen (behalve het vliegtuig) gemeenhebben is dat het vrij lang duurt om de relatief korte afstanden te overbruggen. De infrastructuur op Java en Bali is namelijk behoorlijk verouderd en niet berekend op het grote aantal gebruikers. Hoewel de situatie aanmerkelijk beter is dan in de rest van Indonesië moet je er dus nog steeds rekening mee houden dat je lang onderweg bent.
Treinen zijn er in Indonesië op Java (en overigens ook op sommige delen van Sumatra, mocht je daar ook heengaan). Op Bali rijden geen treinen. Je kunt er relatief snel en zeer comfortabel mee reizen tussen de grotere steden. De treinen in Indonesië kennen drie klassen: Eksekutif, Bisnis en Ekonomi. Treinen van de klasse Ekonomi hebben geen airconditioning en alleen harde bankjes. Je kunt tickets reserveren via de website van de Indonesische spoorwegen. Mijn advies is om waar mogelijk van de trein gebruik te maken – daarmee bespaar je jezelf opgepropt zitten in minibusjes of dure vliegtickets.
Bussen zijn het aangewezen vervoersmiddel om uithoeken te bereiken waar treinen niet rijden. Op Bali rijden nauwelijks grote bussen, maar wel heel veel minibusjes. Meer informatie over reizen per bus in Indonesië kun je vinden op de website BosBis.
Veerboten zijn in een eilandenrijk als Indonesië onmisbaar. Je kunt er gemakkelijk mee van Java naar Bali reizen, maar ook naar de andere eilanden van Indonesië (bijvoorbeeld van Java naar Sumatra, of van Bali naar de Gili-eilanden of Lombok). Tussen Banyuwangi op Java en Gilimanuk op Bali gaan onafgebroken (dus 24 uur per dag) elk halfuur veerboten. De overtocht duurt hooguit een uur; je ziet bij normaal weer beide eilanden duidelijk liggen gedurende de hele overtocht.
Vliegtuigen zijn ideaal voor de langere afstanden tussen de vele eilanden in Indonesië. Het is in weinig landen gebruikelijker om binnenlands te vliegen dan in Indonesië. Ook tussen Java en Bali is het nemen van het vliegtuig zo gewoon als het nemen van de bus; er gaan elk uur vluchten tussen Jakarta en Denpasar.
Op bestemming kun je gebruik maken van de lokale bussen, minibussen en (in Jakarta) pendeltreinen of de metro. Vaak zul je echter merken dat het makkelijker en comfortabeler is om een taxi te nemen. Dat kan een gewone taxi zijn, maar ook een scootertaxi of tuktuk. Ook is het op veel plekken aan te raden om een scooter of fiets te huren. In het geval van een scooter moet je dan wel over een internationaal rijbewijs beschikken.
De reisroute
Hieronder lees je stap voor stap welke route ik heb afgelegd tijdens mijn reis over Java en Bali. Ook vind je hier tips voor dagtrips en een indicatie van de reisafstanden en -tijden, zoals bij alle reisroutes van REISEIGENWIJS.
Jakarta (3 nachten)
Lees ook: 6x gave dingen om te doen in Jakarta
Wanneer je je trip naar Indonesië aan het voorbereiden bent, zul je ongetwijfeld lezen dat je de hoofdstad Jakarta het beste zo snel mogelijk kunt verlaten of zelfs maar moet overslaan. Dat zou zonde zijn! Deze stad (die maarliefst zo’n 30 miljoen inwoners telt!) is weliswaar chaotisch, druk en vervuild maar er is hier heel veel te ontdekken voor avontuurlijke reizigers. Zo vind je in Jakarta de oude Nederlandse stadskern van Batavia. Ook heeft Jakarta een moderne kant, met moderne shoppingmalls, trendy rooftopbars en het beste uitgaansleven van Zuidoost-Azië. Sla deze stad dus niet over voor je verder Java intrekt!
Dagtrip naar Bogor
Afstand: 50 kilometer (enkele reis), reistijd: ca. 1,5 uur (KRL-pendeltrein)
Vanuit Jakarta kun je gemakkelijk een dagtrip maken naar Bogor. Bogor heette vroeger Buitenzorg en is de plaats waar de gouverneur van Nederlands-Indië zijn residentie had. Nu vind je rondom dit paleis de Kebun Raya Bogor, één van de mooiste tuinen van Azië. Hier kun je je prima een middagje vermaken.
Jogjakarta (3 nachten)
Afstand: 530 kilometer, reistijd: 7,5 uur (trein)
Na twee à drie dagen Jakarta reis je per trein verder naar Jogjakarta. De treinreis van Jakarta naar Jogjakarta is alleen al de moeite waard vanwege de prachtige uitzichten op de rijstvelden en vulkanen onderweg.
Jogjakarta is waarschijnlijk de populairste bestemming op Java voor reizigers en dat is heel begrijpelijk. De stad is namelijk rijk aan historisch erfgoed, gezellige straatjes en bovendien liggen twee van de meest imposante tempelcomplexen van Indonesië (zo niet van heel Zuidoost-Azië) spreekwoordelijk om de hoek.
In Jogjakarta vind je onder meer het Kraton, het paleis van de Javaanse sultans. Nog altijd spelen de sultans een grote rol in het culturele leven op Java. Aan de Jalan Malioboro, de bekendste en belangrijkste winkelstraat van Jogjakarta, vind je verder allerlei interessante koloniale gebouwen, markten en, ook niet onbelangrijk, restaurantjes en bars. Voor de stad alleen heb je al met al zeker een volle dag nodig.
Dagtrips naar Borobudur en Prambanan
Afstand Jogjakarta-Borobudur: 45 kilometer, reistijd: ca. 50 minuten (taxi)
Maar het zou heel zonde zijn om Jogjakarta na die ene dag alweer te verlaten. Want vlakbij Jogjakarta liggen twee plekken die je eigenlijk niet kunt overslaan wanneer je gaat backpacken op Java: de tempelcomplexen van Borobudur en Prambanan. Je kunt de twee complexen op één dag combineren, maar ik heb er zelf voor gekozen om in plaats daarvan twee halve dagtrips te maken en de rest van de dagen in de stad te spenderen.
Afstand Jogjakarta-Prambanan: 20 kilometer, reistijd: ca. 45 minuten (scooter), 1,5 uur (fiets)
Een bijzonder mooie manier om de Borobudur te bezoeken is het zonsopgang-arrangement van het naast de tempel gelegen Hotel Manohara. Het is met zo’n €40 niet bepaald goedkoop voor Indonesische begrippen, maar het is absoluut heel gaaf om de zon op te zien komen boven de rokende Merapi-vulkaan vanaf de indrukwekkende stoepa’s van de Borobudur. De Borobudur ligt op zo’n 50 minuten rijden vanaf het centrum van Jogjakarta.
Het Prambanan-complex ligt nog net iets dichter bij Jogjakarta en bereik je in een half uur tot drie kwartier. Zelfs op de fiets is een tripje naar de Prambanan vanwege het vlakke terrein goed te doen. De hoofdtempel van het complex is hindoeïstisch, maar vergeet ook de nauwelijks bezochte ruïnes van de boeddhistische Sewuh-tempel op hetzelfde terrein niet!
Bromo (1 nacht)
Afstand: 420 kilometer, reistijd: 13 uur (minibus)
Veel backpackers die van Jogjakarta naar Bali reizen, kiezen ervoor om dat per georganiseerde tour te doen. Zo heb je zonder ingewikkelde capriolen met overstappen tussen treinen, bussen en taxi’s de mogelijkheid om de vulkanen Bromo en Ijen in het oosten van Java te bezoeken. Hoewel de afstand van 420 kilometer niet bijzonder lang is, moet je er op rekenen dat je pas laat in de avond aankomt in het dorpje Cemoro Lawang aan de rand van het nationaal park Bromo-Tengger-Semeru. De wegen zijn slecht en smal, en omdat je in een tour zit zijn de pauzes lang.
En denk maar niet dat je de volgende ochtend lekker kunt blijven liggen. Want je komt hier naartoe voor de magische zonsopkomst boven de vulkanen, en dat betekent dat je ruim vóór die tijd klaar moet staan. Per jeep rijd je naar de berg Penanjakan om – weliswaar samen met honderden anderen – te kijken naar hoe de langzaam opkomende zon de enorme krater waarin de vulkanen Bromo, Tengger en Semeru zijn gelegen, in een magisch licht brengt. Je moet er wat voor over hebben, maar het uitzicht is werkelijk fenomenaal! Vervolgens rijden de jeeps naar de voet van de Bromo, waarna je de kraterrand kunt opklimmen om vervolgens oog in oog te staan met een rokende, brommende vulkaankrater. Een onvergetelijke ervaring!
Ijen (1 nacht)
Afstand: 220 kilometer, reistijd: 7 uur (minibus)
Na het ontbijt rijd je aan het einde van de ochtend verder naar een klein dorpje aan de voet van de Ijen-vulkaan. Onderschat wederom de reis niet: ook hier kom je door de slechte wegen ondanks de korte afstand pas rond het vallen van de avond aan! En het is ook nog niet gedaan met je gebrek aan nachtrust, want als je Ijen op z’n best wilt beleven sta je al om 1 uur ’s nachts weer op. Best ga je direct na het diner dus naar bed!
Ook ditmaal zijn de ontberingen het echter allemaal waard. Want hoevaak krijg je de kans om in het holst van de nacht door een jungle omhoog te hiken naar een vulkaankrater, waarin je vervolgens kunt afdalen om natuurlijke blauwe vlammen te zien! De genadeloze kracht van Moeder Aarde kan bijna niet beter zichtbaar en voelbaar worden dan tijdens een hike IN de krater van een actieve vulkaan. Onderweg zul je vaak moeten stoppen voor lokale mijnarbeiders, die zwavel uit de krater winnen en vervolgens met soms wel 100 kilo zware (!) manden vol zwavel op hun rug het geïmproviseerde pad naar boven afleggen! Bizar, zeker als je bedenkt dat ze niet meer dan een paar euro krijgen per mand.
Eenmaal terug boven kun je – als je zicht niet geblokkeerd wordt door dampen uit de vulkaan – genieten van een uitzicht over het bijna onnatuurlijk blauwe water in het kratermeer. Vervolgens wandel je door de ontwakende jungle (als je mazzel hebt hoor je de gibbons!) terug, om aan de laatste etappe van deze slopende tour te beginnen.
Lovina (1-2 nachten)
Afstand: 130 kilometer, reistijd: 4,5 uur (minibus, veerboot en taxi)
Deze laatste etappe brengt je van de vulkanen naar de kustplaats Banyuwangi, waar je de veerboot opstapt om naar Bali te vertrekken. De veerboten vertrekken af en aan en de overtocht duurt ongeveer drie kwartier. Grote kans dat je door het ritme van de boot en je gigantische slaapgebrek van de afgelopen nachten heerlijk wegdommelt op het dek. Bij aankomst in Gilimanuk op Bali kun je ervoor kiezen om per minibus of taxi naar Denpasar of Ubud te gaan. Ik koos er echter voor om eerst een nachtje bij te komen in het minder toeristische noorden van Bali, in Lovina.
Hoewel Lovina minder aantrekkelijk bleek dan gedacht, waren het bed en het zwembad in het hotelletje een welkome afwisseling op de bankjes van de klamme minibus. Daarnaast was het vanuit Lovina makkelijk om naar mijn eindbestemming Ubud af te reizen en onderweg nog wat mooie plekjes mee te pakken.
Via de Pura Ulun Danau Beratan-tempel van Lovina naar Ubud
Afstand: 160 kilometer, reistijd: 6 uur (taxi, incl. stops)
Bali is ongeveer even groot als Noord-Brabant en dus zijn de reistijden op Bali goed te behappen. Binnen een paar uur sta je aan de andere kant van het eiland, ongeacht waar je vandaan komt. Wij kozen er daarom voor om per taxi van Lovina naar Ubud te reizen en om onderweg wat highlights van Bali mee te pakken. Allereerst stopten we bij de watervallen van Gitgit, prachtig gelegen in de jungle. Daarna reden we verder naar het Beratan-meer. In dit meer is de Pura Ulun Danau Beratan gelegen, die één van de bekendste hindoeïstische tempels van Bali is.
Ubud (3-5 nachten)
In de loop van de middag kom je op deze manier aan in Ubud. Ubud is het culturele centrum van Bali en is prachtig gelegen tussen de rijstvelden. Hoewel Ubud extreem toeristisch is, hangt er een fijne sfeer en kun je vanaf Ubud gemakkelijk naar allerlei andere prachtige plekjes op Bali. Ubud is echter vooral bekend om het populaire Monkey Forest, een attractie waarvan ik na een bezoekje kan zeggen dat deze zwaar overrated is. Besteed je tijd in Ubud dus liever aan andere dingen. Bijvoorbeeld:
- Tempelhoppen langs de schitterende hindoetempels in het centrum;
- Babi Guling eten in één van de Balinese eethuisjes;
- Een wandeling maken langs de rijstvelden direct buiten de plaats.
Omdat Ubud zo centraal op Bali ligt, kun je bovendien gemakkelijk per scooter (of zelfs per fiets, als je wel in bent voor een workout) de rest van het eiland verkennen. Plekken die ikzelf de moeite waard vond zijn:
- Tegallalang-rijstterrassen: deze steile rijstterrassen zijn enorm bekend en worden door iedereen uitgemolken, maar wanneer je vroeg en met eigen vervoer komt valt het mee. Mooi zijn ze zeker!
- Pura Tirta Empul: dit hindoeïstische tempelcomplex wordt ook regelmatig bezocht door toeristen. Velen willen zichzelf onderdompelen in het zogezegd heilige water waaromheen de tempel gebouwd is. Zelf vond ik de ceremonies die hier worden gehouden door de lokale priesters veel interessanter.
- Pura Gunung Kawi: deze tempel heeft een spectaculaire ligging en wordt door de hoogteverschillen regelmatig overgeslagen door de tourbussen. Een groot deel is uitgehouwen in de rotsen.
- Padangbai: Padangbai is een klein, niet-toeristisch badplaatsje aan de oostkust van Bali. Hier is de sfeer nog laid-back en kun je voor niet teveel geld een snorkel- of duikexursie boeken op het strandje waar de vissersboten aanmeren. Ook kun je vanuit hier de boot nemen naar de Gili’s en Lombok.
- Sidemen Road: De Sidemen Road is wat mij betreft dé highlight van Bali. Tussen Padangbai en Ubud kun je met de scooter via Amlapura het binnenland inrijden en daarbij lijk je alle toeristen van je af te schudden, terwijl het landschap steeds mooier wordt. Sla bij het dorp Sidemen linksaf richting Klungkung en je krijgt uitzicht op de vulkaan Agung en misschien wel de mooiste rijstvelden van Bali.
Van tevoren was ik best wel bang dat Bali niets voor mij zou zijn: veel te toeristisch en totaal niet authentiek. En ja, op sommige plekken is Bali enorm toeristisch en totaal niet authentiek. Maar op heel veel plekken ook niet. Zeker als je op eigen houtje gaat rondtouren en naar nog niet zo bekende delen (bijvoorbeeld West- of Oost-Bali) gaat kun je de toeristen gemakkelijk ontwijken. Maar ook dichterbij het toeristische hart, zoals rondom Sidemen, is het massatoerisme nog niet neergestreken.
Meer Indonesië?
Deze reisroute eindigt in Ubud, waarvandaan ik per taxi naar het vliegveld van Denpasar ben gereisd om terug te vliegen naar Jakarta voor de vlucht terug naar Nederland. Wanneer je twee à drie weken de tijd hebt voor Indonesië is dit een hele mooie route. Als je drie weken gaat, kun je de route zelfs nog uitbreiden met Nusa Lembongan of de Gili-eilanden. Bij twee weken is dat absoluut af te raden; de reistijden in Indonesië zijn zoals gezegd lang en zelf heb ik voor mijn gevoel al te weinig van Bali meegekregen (ik heb deze route afgelegd in 13 dagen).
Wanneer je langer hebt kun je de route uiteraard uitbreiden. Dit kan bijvoorbeeld op Java en Bali zelf. Bezoek op Java bijvoorbeeld ook Bandung (veel koloniale gebouwen) of Cianjur (mooie theeplantages). Of ga off the beaten track en bezoek Surabaya, de tweede stad van Indonesië. Ook kustplaats Pangandaran, ten westen van Jogjakarta, schijnt een leuke plek te zijn. Op Bali ligt het voor de hand om meer aandacht te besteden aan het zuiden van dit eiland. Canggu, Sanur en Uluwatu zijn mooie badplaatsen. Ook Amed in het oosten van Bali is leuk.
Uiteraard kun je er ook voor kiezen om andere eilanden te bezoeken. Denk aan Sumatra, waar je prachtige trekkings door de jungle kunt doen en wilde orang-oetans kunt spotten. Of ga oostwaarts vanaf Bali, naar de paradijselijke Gili-eilanden. Even verder ligt Lombok, waar je je zeker een week kunt vermaken. Hier kun je onder meer de Gunung Rinjani beklimmen. Nog verder oostwaarts liggen nog veel meer eilanden te wachten, waarvan Komodo, Flores en Sulawesi de meest populaire zijn.
Wil jij iets kwijt over deze reisroute over de twee populairste eilanden van Indonesië ? Of heb je een goede tip voor een extra stop? Laat het hieronder in een reactie achter!