Denk je aan Luik, dan denk je aan een lelijke, verpauperde industriestad. Toch? Veel mensen in ieder geval wel. Daarmee doe je deze Belgische stad echter veel tekort. Luik je namelijk heel veel tofs te bieden, als je weet waar je moet zijn. Bovendien voel je je door de ligging in aan de voet van de Ardennen en de Franse taal echt even helemaal op vakantie. Alle reden dus om snel een keer een bezoekje te brengen aan Luik!
Scroll snel naar...
Luik, een grauwe industriestad?
Veel mensen kennen Luik alleen als die stad waar je onderweg naar Zuid-Frankrijk over de Route du Soleil altijd de weg kwijtraakt óf in de file staat. Door de vervallen industriecomplexen, troosteloze woontorens en andere lelijkheid die je vanaf de weg kunt zien, zijn er maar weinig mensen die de behoefte voelen om deze stad eens beter te verkennen. Jammer, want er is meer dan genoeg moois en interessants te ontdekken in de grootste stad van Wallonië!
Het is ook weer niet zo dat Luik (of Liège, op z’n Frans) een schitterend juweeltje is. Het slechte imago van de stad komt wel ergens vandaan. Want waar de kolenmijnen en staalindustrie tot in de jaren ’60 zorgden voor welvaart in Luik, heeft het ineenstorten daarvan geleid tot een jarenlang verval en – nog steeds – hoge werkloosheidscijfers. De stad is merkbaar armer dan de steden in Vlaanderen. Ook kunnen veel gebouwen nodig weer eens een likje verf gebruiken.
Maar Luik is zichzelf de laatste jaren opnieuw aan het uitvinden. Net zoals in bijvoorbeeld Rotterdam, Eindhoven en Hamburg merk je dat Luik steeds meer hippe tenten heeft en ook worden er de nodige evenementen georganiseerd. Tel daarbij op dat je er vanuit Nederland in een mum van tijd bent en je hebt meer dan genoeg reden om eens een dag – of misschien wel een weekendje – naar Luik te gaan!
6 tips voor jouw bezoek aan Luik
Wat ga je dan doen tijdens jouw trip? Ik ben in juli 2021 – na bijna een jaar niet in het buitenland te zijn geweest door die verrekte corona – een dag naar Luik geweest en deel graag de zes tofste dingen die ik heb gedaan!
#1: bewonder het adembenemende treinstation Guillemins
Ik ben zelf met de trein naar Luik gekomen. Vanuit Maastricht reis je in ruim een half uur naar het station van Luik-Guillemins. Dit station is een mooie binnenkomer en een echt visitekaartje van de stad. Het is in 2009 opgeleverd aan de hand van een ontwerp van de befaamde architect Santiago Calatrava. De bijzondere betonnen boogvormen en sjieke donkere galerij onder de sporen stralen enorme allure uit. De bouw van dit station heeft voor een enorme opleving van de buurt eromheen gezorgd, waardoor je hier nu allerlei leuke restaurantjes vindt.
#2: beklim de Montagne de Bueren
De bekendste trekpleister van Luik is de bizarre trap op de Montagne de Bueren. Deze kaarsrechte, 374 treden tellende trap verbindt het historisch centrum met de Citadel. Onderweg heb je mooie uitzichten over de hele stad. Zo zie je goed hoe de stad zich uitstrekt langs de diepe vallei van de Maas. Gelukkig staan er boven wat bankjes zodat je even goed kan bijkomen van je steile klim. Wanneer je weer naar beneden gaat, vergeet dan niet om even een drankje te drinken bij het toffe terras van Brasserie C!
#3: eet een Luikse wafel bij Une Gaufrette Saperlipopette
Natuurlijk wil je tijdens je bezoek aan Luik een échte Luikse wafel eten. Deze bekendste culinaire erfenis van Luik aan de wereld is de perfecte brandstof voor je stadswandeling (en zeker voor de beklimming van de Montagne de Bueren). Benieuwd waar je de allerbeste Luikse wafel kunt bestellen? Zoek niet verder dan de schattige bakkerij van Une Gaufrette Saperlipopette, aan de Rue des Mineurs 18. Aan de lange rijen te zien is dit dé plek voor een lekkere Luikse wafel. Naast de bakkerijwinkel kun je ook een kijkje nemen bij het Atelier, aan de overkant van de straat. Hier vind je de beste selectie aan rijkversierde wafels, koekjes en ander zoets. Een hemel voor de zoetekauwen onder ons!
#4: maak een wandeling langs de gevarieerde architectuur in de oude binnenstad
De binnenstad van Luik is een beetje een allegaatje van allerlei architectuurstijlen. Er staan veel sfeerloze betonkolossen tussen, maar ook meer dan genoeg mooie, oude gebouwen. Op het plein Place Saint-Lambert vind je bijvoorbeeld het Paleis van de Prins-bisschoppen. Onder hun leiding was de stad Luik tot eind 18e eeuw een semi-onafhankelijk land. Het imposante paleis kun je niet van binnen bezoeken, maar de binnenplaats is wel openbaar toegankelijk.
Tussen het paleis en de heuvel die erachter ligt, bevinden zich de mooiste historische gebouwen van de stad. Zoals het Musée de la Vie Wallonne, dat gevestigd is in een prachtig oud klooster. Vervolgens loop je over de Rue Hors-Château naar de Impasse des Ursulines. Dit smalle steegje ademt alles wat je niet van Luik verwacht: historie, charme en kneuterigheid. Eventueel beklim je nu de Montagne de Bueren, maar als je dat al gedaan hebt loop je terug de Rue Hors-Château op en sla je linksaf de doodlopende Impasse de la Couronne op. Dit is alweer zo’n idyllisch straatje dat je niet zou verwachten in Luik.
Iets verderop, aan het Place Saint-Barthélemy, staat de opvallende 11e-eeuwse rood-witte Bartholomeüskerk. Vanaf daar ben je zo bij het Grand Curtius, een opvallend mooi rood gebouw waarin nu een kunstmuseum is gevestigd. Over de Rue Féronstrée loop je vervolgens terug naar het Place Saint-Lambert. Nu steek je daar recht over, naar het Operagebouw. Je komt nu aan in de Carré, het winkel- en uitgaansgebied van de stad. Het hart daarvan is Place de la Cathédrale. Plof – nadat je de imposante Cathédrale Saint-Paul de Liège hebt bezocht – neer op één van de sfeervolle terrasjes hier en ga lekker mensen kijken onder het genot van een koude La Chouffe of ander Belgisch biertje! Is het winter? Dan is Le Pot au Lait een aanrader. Zelf ben ik hier niet geweest, maar lezers van deze post raden deze leuke kroeg aan.
#5: verken de wijk Outre-Meuse
Luik wordt door de rivier de Maas (ja, dezelfde als die in Rotterdam in de Noordzee uitkomt) doorsneden. Het oudste deel van de stad ligt op de linkeroever, maar ook de wijk Outre-Meuse is een bezoekje waard. Deze wijk was van oudsher de arbeidersbuurt en dat zie je nog steeds goed terug. Hier worden je stereotype beelden die je misschien van Luik hebt iets meer bevestigd: sfeerloze en vaak wat vervallen grauwe gebouwen domineren het straatbeeld. Maar ook hier vind je prettige uitzonderingen. Vooral de kleine straatjes Rue Roture en Rue Beauregard zijn onverwachte pareltjes. Ook vind je hier veel Afrikaanse en andere etnische winkeltjes, die verraden dat Luik een behoorlijk multiculturele stad is
Het mooiste plekje van Outre-Meuse is wat mij betreft echter het Parc de la Boverie. Deze groene oase ligt helemaal op de zuidelijke punt van het eilandje, maar laat dat geen reden zijn het over te slaan. In het park zijn een aantal leuke hippe restaurants te vinden en ook het museum La Boverie schijnt de moeite waard te zijn. Dit museum is gevestigd in het Paleis van de Schone Kunsten, dat is gebouwd voor de wereldtentoonstelling die hier in 1905 gehouden is. Zelf heb ik het niet bezocht, maar de tuinen en het park alleen al zijn de moeite zeker waard!
TIP: bezoek het park La Boverie wanneer je weer terug naar het station gaat. De ingang ligt op slechts 10 minuten lopen van station Luik-Guillemins
#6: Fort de la Chartreuse
De meest bijzondere plek die ik tijdens mijn bezoek aan Luik heb bezocht is zonder twijfel het Fort de La Chartreuse. Dit fort werd 200 jaar geleden gebouwd door de Nederlanders om Luik te beschermen tegen de Fransen. Later is het door de Duitsers als gevangenis en door de Amerikanen als militair ziekenhuis in gebruik geweest. Totdat die laatsten het gebouw in de nadagen van de Koude Oorlog in 1982 verlieten. Sinds dat moment is dit enorme complex verlaten. Maar het staat er nog wel en het is nog te bezoeken ook.
Als je een klein beetje avontuurlijk bent aangelegd kun je je urenlang vermaken met rondstruinen door de verlaten kamers, gangen en trappenhuizen van de gigantische gebouwen. Onderweg kom je veel mooie graffiti tegen. Je moet wel heel goed uitkijken, want er is veel losliggend puin en door lekkage kan het soms glad zijn. Zeker op plekken waar het donker is. Neem dus een zaklamp mee! Je ziet hier goed hoe de natuur de boel weer overneemt als de mensen vertrekken. Als je van urbex-fotografie houdt is dit een paradijsje. Maar ook als je – net als ik – graag bijzondere plekken bezoekt, is het Fort de la Chartreuse een absolute aanrader tijdens je bezoek aan Luik!
Praktisch: Je bereikt het fort lopend vanuit de binnenstad (ongeveer een half uur lopen vanaf Place Saint-Lambert) of met bus 10 (uitstappen bij halte Cornillon en dan nog 10 minuten lopen). Een bezoek in het donker kan ik je absoluut niet aanraden en is ook illegaal. Er schijnt regelmatig politie rond te lopen, maar aan de talloze blikjes bier die je overal ziet liggen kun je goed zien dat er toch wel eens wat illegale feestjes worden gehouden op deze bizarre plek.
Praktische tips voor jouw bezoek aan Luik
Enthousiast geworden na het lezen van deze post? Hieronder deel ik nog wat praktische tips, zodat je goed voorbereid afreist naar deze ondergewaardeerde stad in België!
Vervoer naar Luik
Je kunt Luik vanuit Nederland zowel met de auto als met de trein goed bereiken:
- Kom je met de auto, neem dan de A2 richting Maastricht. Na het passeren van de grens gaat deze weg over in de E25 en volg je de borden Liège-Centre. Vanaf Utrecht ben je ongeveer 2,5 uur onderweg. Er zijn in Luik meer dan voldoende parkeerplaatsen en parkeergarages beschikbaar. Een goede plek om je auto te parkeren is op de grote parkeerplaats aan de Boulevard d’Avroy.
- Kom je met de trein, neem dan de trein naar Maastricht. Vanuit Amsterdam, Utrecht, Den Bosch, Eindhoven, Weert, Roermond en Sittard gaat deze ieder halfuur rechtstreeks. In Maastricht heb je – afhankelijk van je trein – 18 tot 48 minuten overstaptijd voordat je overstapt op een Belgische trein die je in een halfuur naar Luik-Guillemins brengt. Al met al ben je vanuit Utrecht ongeveer 2 uur en 50 minuten onderweg.
Vervoer in Luik
In Luik kun je in principe alle interessante plekken lopend bereiken. Maar als je alle plekken die ik in deze post beschrijf wil bezoeken op één dag, dan ben je wel heel veel aan het lopen. Om de loopafstanden wat te beperken, heb ik twee tips:
- Voor het Fort de la Chartreuse kun je ook buslijn 10 nemen.
- Mocht je tussen station Luik-Guillemins en het historische centrum sneller willen reizen, dan kun je ook – zonder extra kosten als je al met de trein aankomt – iedere willekeurige stoptrein naar station Luik-Carré of station Luik-Saint-Lambert nemen. Buslijn 1 brengt je ook van Luik-Guillemins naar het centrum of omgekeerd.
Een buskaartje kost je €1,90 enkele reis. Voor €4,- heb je een dagkaart waarmee je in Luik onbeperkt met de bus kunt rondreizen.
Ben jij ook al eens in Luik geweest en vind je dat ik een niet te missen hotspot heb gemist? Of merk je dat deze post niet meer helemaal actueel is? Laat het weten in een reactie!
Reacties (2)
Een absolute hotspot is “Le Pot au Lait”, een super bijzonder café. De uitbater weigert om WIFI te installeren (tenzij dit onlangs veranderd is) en tot het wettelijk verplicht werd kon je er ook niet met bancontact betalen. Ik was eerlijk gezegd verwonderd dat ze een website hadden maar zo ver zijn ze dus wel hedendaags.
De inrichting is adembenemend. https://www.potaulait.be/?lang=nl
Op de weg erheen vanuit de Place de la Cathedral heb je de kleine ambachtelijke winkels die zo typisch zijn voor Wallonië,.
Dankjewel voor de tip, Patrice!