Zoek je een originele bestemming voor een kort tripje? Denk eens aan het uiterste noorden van Frankrijk! Dit deel van Frankrijk is niet zo toeristisch en het is maar een paar uur rijden vanuit het grootste deel van Nederland. Je kunt naar de departementen Nord en Pas-de-Calais voor een relaxvakantie aan het strand of op het platteland. Maar ook wanneer stilzitten minder je ding is, valt er hier genoeg te beleven. Wat dan zoal? In deze post lees je meer over de highlights van het hoge noorden van Frankrijk!
Scroll snel naar...
Het meest Nederlandse stukje Frankrijk
Het noordelijkste deel van Frankrijk bestaat uit twee departementen: Nord en Pas de Calais. Deze regio wordt door sommige Fransen nog steeds gezien als een wat boers en achtergebleven deel van Frankrijk. Dat komt onder andere door de boerse keuken, het onverstaanbare dialect én door de geschiedenis. Lange tijd hoorde dit deel van Frankrijk namelijk bij de Nederlanden. Veel plaatsen hebben Nederlandse plaatsnamen en in het uiterste noordwesten spreken de mensen zelfs nog Nederlands.
De verloederde steenkoolindustrie en de aanwezigheid van veel vluchtelingen die het Kanaal naar Engeland willen oversteken, krikken het imago niet bepaald op. Maar toch is dit deel van Frankrijk zeker de moeite waard voor een vakantie. Al is het maar omdat het niet zo toeristisch is als bijvoorbeeld de Provence, de Dordogne of Normandië. De korte reistijd vanuit Nederland is ook een groot pluspunt.
Deze regio is vooral ’s zomers voor allerlei soorten vakanties geschikt. Je kunt bijvoorbeeld heerlijk relaxen langs de mooie stranden of op het platteland. Maar er valt ook genoeg te zien en te doen in het uiterste noorden van Frankrijk. Bijvoorbeeld historische steden bezoeken of wandelingen maken in de natuur.
De highlights van het hoge noorden van Frankrijk
Je vraagt je nu vast af wat dan de moeite waard is hier. Smaken verschillen uiteraard, maar hieronder lees je wat ik mooie bestemmingen vind in het Franse hoge noorden.
De Côte d’Opale
De kuststrook tussen Duinkerke (Dunkerque) en de Sommebaai heet de Côte d’Opale (of op z’n Nederlands: Opaalkust). Hoewel de kustlijn slechts zo’n 120 kilometer lang is, vind je heel verschillende landschappen langs dit stuk kust. Door deze diversiteit komt de Côte d’Opale aan zijn naam: opaal is een edelsteen die er steeds weer anders uitziet wanneer je er naar kijkt.
Langs de Côte d’Opale vind je prachtige stranden, pittoreske dorpjes en imposante kliffen. Van noord naar zuid kun je de volgende plekken bezoeken:
Cap Blanc-Nez
Tot aan Calais is de kust om eerlijk te zijn niet zo speciaal. Eigenlijk een beetje als de Nederlandse kust, maar dan meer bebouwd. Ook de verpauperde stad Calais, waarvandaan aan de lopende band veerboten naar Engeland vertrekken, kun je gerust overslaan. Maar direct ten zuiden van Calais verandert het landschap drastisch: vlakke weilanden maken plaats voor zacht glooiende heuvels. Deze bereiken hun hoogtepunt – circa 130 meter – iets ten zuiden van Sangatte aan de kust. Daar lopen ze verticaal het Kanaal in, als spectaculaire witte krijtrotsen. Deze hebben vanwege de witte kleur de naam Cap Blanc-Nez gekregen. Rondom Cap Blanc-Nez kun je een mooie wandeling maken.
Wissant
Even ten zuiden van Cap Blanc-Nez ligt het pittoreske badplaatsje Wissant. Tussen deze beide plekken ligt een breed zandstrand. Althans, wanneer het eb is. Want bij vloed blijft er tussen de duinen en de branding niet meer dan een paar meter over! Dan kun je je toevlucht zoeken bij één van de restaurantjes of even de toeristenwinkels aflopen. Bij goed weer is Wissant een heerlijke plek om te chillen en je te verwonderen over de af en aan varende ferry’s.
Cap Gris-Nez
Vanaf Wissant wordt de kust weer rotsachtig. In een paar minuten rijd je door naar Cap Gris-Nez. Deze klif is het stukje Europa dat het dichtst bij Engeland ligt. Bij helder weer kun je dit duidelijk zien. Hoewel Cap Gris-Nez minder imposant is dan grote broer Blanc-Nez, is het zeker de moeite waard ook hier een korte wandeling te maken. Wie weet spot je nog zeehonden; die schijnen het rotsachtige strand onder de klif wel een fijne spot te vinden.
Ambleteuse en Fort Mahon
Via de pittoreske dorpjes Audinghen en Audresselles kun je vervolgens doorrijden naar Ambleteuse. Ook dit is een schitterend aan de kust gelegen dorpje, maar dat is niet waarom je hier komt. Ambleteuse is vooral de moeite waard vanwege het imposante Fort Mahon. Dit fort uit 1680 is gebouwd door de beroemde vestingbouwer Vauban om Frankrijk tegen Engelse aanvallen te beschermen. De nazi’s hebben het later als gevangenis gebouwd voor dwangarbeiders die de Atlantikwall moesten bouwen. Daarvan vind je nog veel restanten terug langs de hele Côte d’Opale.
Wimereux
Ten zuiden van Fort Mahon liggen lange zandstranden, tot aan Boulogne-sur-Mer aan toe. Aan dit strand ligt ook het dorp Wimereux. Wimereux is als badplaats wat chiquer dan Wissant. Dat kun je duidelijk zien aan de winkels in het dorp, maar ook aan de prachtige villa’s uit het Belle Époque die je overal terugziet. Om op het strand te liggen is Wimereux minder geschikt, maar voor een lekkere Franse lunch is het een leuke stop!
De vesting- en vissersstad Boulogne-sur-Mer
Waar het bekende Calais op z’n zachtst gezegd nogal teleurstelt qua bezienswaardigheden, is Boulogne-sur-Mer verrassend leuk. Deze stad aan het Kanaal is de grootste vissersstad van Frankrijk. Verder heeft Boulogne een mooi gerestaureerde en ommuurde Bovenstad (Haute Ville). Hier staan onder andere het Belfort (dat op de UNESCO-werelderfgoedlijst staat), een kasteel en de Basilique Nôtre Dame. Je kunt dit deel van de stad alleen bereiken via één van de vier stadspoorten en over de intacte stadsmuren kun je een mooie wandeling maken. Vanaf de muren heb je bovendien een mooi uitzicht over de stad en de zee.
Ook buiten de Haute Ville om is Boulogne een leuke stad voor een middag. Ga bijvoorbeeld op zoek naar de prachtige muurschilderingen die je tussen de haven en de Bovenstad kunt vinden. Het aquarium Nausicaä in de haven is leuk om te bezoeken, ook met kinderen.
De historische stad Arras
Zo’n 120 kilometer landinwaarts ligt de stad Arras. Arras is een gezellige stad van circa 40.000 inwoners en is de moeite waard vanwege het historische centrum. Nadat de stad tijdens WOI volledig was verwoest, is alles in de periode tot 1940 met de originele stenen herbouwd. Vooral de twee pleinen Place des Héros en Grand Place zijn erg mooi, door de vele gevelhuizen in Vlaamse stijl en het imposante gotische stadhuis met zijn belfort.
Dit stadhuis heeft bovendien een bijzondere plek in de geschiedenis van Nederland. In het imposante stadhuis is namelijk in 1579 de Unie van Atrecht (Atrecht is de Nederlandse naam van Arras) getekend. Hierbij hebben de zuidelijke Nederlanden (het huidige België en delen van Noord-Frankrijk) zich definitief afgesplitst van wat later Nederland is geworden.
Verrassend leuk Lille
Last but not least: Lille. Deze stad – de vijfde van Frankrijk – heeft me echt verrast! Lille is een beetje als een goede mix van Parijs en Groningen (of noem een andere gezellige kleinere studentenstad). Lille heeft een prachtig centrum vol mooie gebouwen, gezellige straatjes en bijzondere winkels. Soms doet Lille denken aan de grandeur van Parijs (bijvoorbeeld langs de Rue Faidherbe), dan weer aan het knusse van Groningen of Gent (bijvoorbeeld langs de Rue de la Monnaie).
In Lille zijn een aantal highlights die je niet moet overslaan:
- Place du Général de Gaulle (beter bekend als Grand Place), het hart van de stad
- La Vieille Bourse, de oude beurs van de stad waar nu een boeken- en kunstmarkt wordt gehouden
- Porte de Paris, een imposante oude stadspoort
- Het Belfort, de 104 meter hoge toren van het stadhuis die je kunt beklimmen voor een mooi uitzicht
- Palais des Beaux Arts, na het Louvre het grootste en mooiste kunstmuseum van Frankrijk
- De Citadel van Vauban
Maar het leukste aan Lille is de sfeer. Waarschijnlijk komt dat door de vele studenten en andere jonge mensen. Daarom zal je in Lille waarschijnlijk vooral graag tijd willen doorbrengen in de gezellige restaurantjes, kroegen en bars!
Jouw trip naar het hoge noorden van Frankrijk
Benieuwd geworden naar het uiterste noorden van Frankrijk? Hieronder vind je wat praktische tips om je vakantie optimaal voor te bereiden!
Hoe kom je er?
Door de korte afstand is het noorden van Frankrijk een perfecte bestemming voor een korte of spontane vakantie. Je kunt natuurlijk ‘gewoon’ de auto pakken, maar ook de trein is een heel goede optie!
- Kom je met de auto, neem dan vanuit Utrecht de A27 richting Breda en reis daarna via de A16 de Belgische grens over naar Antwerpen. Bij Antwerpen rijd je door over de E17 naar Gent. Daar kun je twee dingen doen: 1) verder rijden over de E17 richting Lille of 2) over de E40 via Brugge en Oostende naar Duinkerke rijden. Optie 1 is handig wanneer je Lille of Arras als startpunt neemt, optie 2 is vooral handig voor de Côte d’Opale. Houd in Frankrijk rekening met tol! Je bent vanuit Utrecht zo’n 2 uur en drie kwartier onderweg naar Lille. Voor de Côte d’Opale moet je een uurtje langer rekenen.
- Kom je met de trein, dan reis je vanuit Utrecht via Rotterdam naar Brussel-Zuid. Daar stap je over op de TGV naar Lille-Europe. Dat kost je wanneer je alles goed plant zo’n 2 uur en 50 minuten. Wil je naar de Côte d’Opale? Vanuit Lille Europe neem je de TER naar Calais-Ville of Boulogne-Ville. Al met al ben je dan vanuit Utrecht zo’n 4,5 tot 5 uur onderweg.
Ben jij al eens in deze hoek van Frankrijk geweest en heb je een extra tip? Of klopt er iets niet meer helemaal? Laat het weten in een reactie onder deze post!