Portugal is onder Nederlanders al lang een populair vakantieland: de zon schijnt er vaak, de kustlijn is lang, en het eten is lekker. We weten het land te vinden voor een zonvakantie in de zuidelijke kuststreek de Algarve en voor een korte break is de hoofdstad Lissabon een geliefde bestemming. Maar wat veel minder Nederlanders weten is dat de streek rond Lissabon ook de moeite waard is voor een langere vakantie. Het midden van Portugal biedt namelijk ook prachtige stranden, verrassende stadjes en mooie landschappen. Benieuwd? Hier lees je meer over de mooiste plekken rondom Lissabon!
Scroll snel naar...
Vakantie in het midden van Portugal
Zoals ik eerder al aangaf, ga ik deze zomer vooral schrijven over interessante bestemmingen in Europa. Portugal is één van die landen. Hoewel Portugal al jarenlang een populair vakantieland is onder Nederlanders en dus misschien niet per se onder jouw definitie van ‘avontuurlijk backpacken’ valt, is Portugal een ontzettend fijn land. Het klimaat is er zeker in de zomer heerlijk, de stranden zijn er lang en mooi, het land heeft een heerlijke keuken (en uiteraard dito wijnen!) en de bevolking van Portugal is vaak uitermate gastvrij. Bovendien heeft Portugal ook genoeg bezienswaardigheden te bieden.
In juli 2014 vierde ik samen met mijn ouders een week zomervakantie in dit Zuid-Europese land. Waar de meeste Nederlanders dan kiezen voor de Algarve, kozen wij voor de Costa do Estoril, de kuststrook ten westen van Lissabon. We kwamen hier voor het strand, maar ook zeker voor de omgeving. Hierom huurden we een auto, zodat we konden gaan en staan waar we wilden.
Zes hotspots in Midden-Portugal
Tijdens onze vakantie in Portugal hebben we verschillende mooie plekken bezocht als dagtrips vanuit onze accommodatie. Zonder uitzondering liggen deze plekken binnen een uur rijden vanaf Lissabon, wat het wel erg aantrekkelijk maakt om ze bij langs te gaan als je in de buurt bent. Hier volgen de zes hotspots in Midden-Portugal!
De Costa do Estoril: Praia do Guincho en Cabo da Roca
Onze accommodatie lag even buiten het stadje Cascais, zo’n 35 kilometer ten westen van het centrum van Lissabon. Het mooie was dat we na 5 minuten lopen vanaf onze voordeur zó het machtig mooie strand Praia do Guincho opliepen. Dit strand ligt weg van de bebouwing, in de natuur en direct aan de open Atlantische Oceaan. Dat zorgt voor hoge golven en het strand is dan ook zeer populair onder surfers. Maar ook om te zwemmen of gewoon voor een strandwandeling is Praia do Guincho zeker een bezoek waard. Mocht je hier met de auto naartoe gaan, rijd dan ook zeker de elf kilometer naar de rotskusten van Cabo da Roca verder.
Cabo da Roca is een 140 meter hoge klif die het meest westelijke punt van het vasteland van Europa vormt. Mede daarom – maar vooral vanwege de weidse uitzichten – is dit een geliefde plek om de zonsondergang te bekijken, foto’s te schieten of gewoon van het uitzicht te genieten. Pas wel goed op bij het foto’s nemen: er zijn hier diverse malen toeristen die selfies wilden maken naar beneden gevallen. En dat hebben ze niet kunnen navertellen…
Naar Praia do Guincho? Praia da Guincho ligt op ongeveer veertig minuten rijden van Lissabon. Naar Cabo da Roca ben je zo’n 15 minuten langer onderweg.
De natuur en de kastelen van Sintra
Direct ten oosten van Cabo da Roca begint het Nationaal Park van Sintra-Cascais. Dit nationale park ligt bovenop de Sintra-bergketen, die naast een bijzonder mooi groen cultuurlandschap ook het UNESCO-Werelderfgoed van het cultuurlandschap van Sintra omvat. De mooie omgeving op zo’n korte afstand van Lissabon maakte Sintra al vroeg in trek als recreatiegebied. De Portugese koningen bouwden hier namelijk al in de veertiende eeuw hun zomerpaleis. Daarvoor, rond het jaar 750, bouwden de Moren (islamitische overheersers van het Iberisch Schiereiland) hier al een imposante vesting waarvan je de muren al van veraf kunt zien.
Het meest bekende paleis in de omgeving van Sintra is echter het Palácio da Pena, dat eruit ziet als een exotische suikertaart en een zeer Instagram worthy plekje is. Het is hier doorgaans dan ook erg toeristisch. Maar wie weet dat dat dit jaar anders is, door corona.
Naar Sintra? Sintra is ongeveer een half uur rijden over de snelweg vanuit Lissabon. Door rijden naar Cabo da Roca duurt nog zo’n 25 minuten langer. Het centrum van Sintra is bovendien met de trein te bereiken vanuit Lissabon. Daar doe je ongeveer een uur over.
Historisch Évora
Ten oosten van Lissabon, richting de Spaanse grens, ligt de streek Alentejo. Deze streek wordt gekenmerkt door glooiende heuvels waarop heel veel olijfbomen en kurkeiken groeien. Deze kurkeiken zijn typisch voor Portugal, als grootste exporteur van kurk ter wereld. Tussen deze glooiende heuvels ligt het bijzonder mooie stadje Évora. Dit stadje heeft nu slechts zo’n 50.000 inwoners, maar lange tijd was Évora een belangrijke stad. Dat is terug te zien in het centrum van de stad, dat goed bewaard is gebleven. Je vindt er onder meer restanten van een Romeinse tempel, Arabische stadsmuren, prachtig gekleurde huisjes en gezellige pleinen. Een waar openluchtmuseum!
Door al die geschiedenis heeft de UNESCO Évora al in 1986 tot werelderfgoed uitgeroepen. Maar mede omdat Évora nogal uit de richting ligt voor de meeste toeristen die Portugal bezoeken, is het er niet extreem toeristisch te noemen en heeft het stadje die fijne authentieke vibe behouden. Dat, in combinatie met de historie en de vele cafés en restaurants, maakt Évora des te meer de moeite waard!
Naar Évora? Je bereikt Évora vanaf Lissabon over de snelweg in ongeveer 1,5 uur (135 kilometer). Met de trein kun je ook naar Évora. Die doet er ongeveer een half uur langer over.
De witte stranden van het schiereiland Troia
Portugal is gezegend met meer dan genoeg mooie stranden. Naast het al eerder genoemde Praia do Guincho aan de Costa do Estoril liggen er nog meer mooie stranden in de buurt van Lissabon. Een van de meest mooie en decadente stranden is gelegen op de punt van het Península de Troia. Dit schiereiland schermt een baai af van de open oceaan en bestaat uit maagdelijk wit zand. Dat heeft de aandacht gewekt van projectontwikkelaars, die er een superdeluxe resort-dorp uit de grond gestampt hebben. Dat maakt het misschien iets minder authentiek maar dat maakt het strand natuurlijk niet meer mooi.
Naar Troia? Om naar de stranden van Troia te reizen heb je een eigen (huur)auto nodig. De afstand is kort (55 kilometer), maar doordat het op de punt van een schiereiland ligt duurt de reis wat langer. Je kunt ervoor kiezen om de veerboot te nemen vanuit de stad Setúbal (de kortste optie: 1,5 uur) of om om te rijden via Alcácer do Sal (140 kilometer, 2 uur).
Lissabon, de kleurrijke hoofdstad van Portugal
Bij een vakantie in het midden van Portugal kan een bezoek aan de hoofdstad natuurlijk niet ontbreken. Lissabon is een charmante, kleurrijke stad waar je je zeker een dag of twee kunt vermaken. De stad ligt precies op de plek waar de rivier de Taag steeds breder wordt om uiteindelijk te uit monden in de Atlantische Oceaan. De bebouwing ligt aan beide oevers van de Taag, maar wat officieel Lissabon heet ligt alleen op de noordelijke oever. Hier bevindt zich dan ook het historische centrum, dat uit verschillende wijken met een eigen karakter bestaat.
Aan de rivier ligt het Praça do Comércio, dat het hart vormt van de wijk Baixa. Dit gedeelte van de stad ligt laag en bestaat uit rechte straten. Dat komt doordat in 1755 een zware aardbeving dit gedeelte van de middeleeuwse stad verwoest heeft, waarna de stad volgens moderne inzichten weer opgebouwd werd. In Baixa kun je tegenwoordig goed shoppen. Loop je vervolgens oostwaarts omhoog, dan kom je in Alfama. In Alfama is een groot deel van het middeleeuwse stratenpatroon behouden gebleven. Dit stratenpatroon gaat terug tot in de tijd van de Moren en heeft daarom opvallende gelijkenissen met de medina’s van Marokko. In Alfama vind je een aantal mooie kerken, zoals de kathedraal Sé de Lisboa, de Igreja de Santa Igrácia en de Igreja de São Vicente de Fora.
Het mooiste aan Alfama vind ik persoonlijk echter de mooie vergezichten, waarvan die vanaf de Miradouro de Santa Luzia de bekendste is. Het is heerlijk om hier met een kop koffie neer te strijken op het terras en van het uitzicht te genieten. Net als in de rest van Portugal vind je hier ook veel van de typische azulejos: beschilderde tegeltjes in allerlei kleuren die de aanblik van de straten heel vrolijk en kleurrijk maken. Op het hoogste punt van Alfama vind je tenslotte het imposante Castelo de São Jorge, een van oorsprong Moorse burcht.
Wanneer je terug gaat richting Baixa, kun je met een wel heel bijzonder vervoersmiddel omhoog richting de volgende interessante wijk: Chiado. De unieke Elevador de Santa Justa brengt je 45 meter omhoog naar deze wijk, waar de ruïnes van het 13e-eeuwse Carmo-klooster direct in het oog springen. De straten hieromheen zijn erg levendig en hebben veel fado-bars. Terug naar beneden of naar elders in de stad? Pak de tram! De typische gele trammetjes, waarvan er sommige nog van hout zijn, zijn wereldberoemd. Vooral lijn 28 is een hit onder toeristen.
Buiten al deze highlights om is Lissabon ook vooral een super fotogenieke stad. Lekker rondstruinen zonder doel en maar zien wat je tegenkomt, dus!
TIP: Wil je meer weten over Lissabon? Check dan het reisblog WE HEART LISBON, dat in z’n geheel gewijd is aan de Portugese hoofdstad! Hier vind je de beste insider tips voor onder meer hotels, restaurants, bars en bezienswaardigheden.
De monumenten van Belém
Officieel is Belém een buitenwijk van Lissabon, maar op zo’n 7 kilometer lopen van het centrum combineer je de wijk niet zomaar even met een stadswandeling. Dat zou ook zonde zijn, want Belém is een bestemming op zich. Deze wijk – ooit een zelfstandig stadje – was namelijk eeuwenlang het startpunt van de Portugese expedities om de wereld te verkennen (en kolonialiseren). Hier bouwde men dan ook een imposant fort, waarvan de Torre de Belém is overgebleven. Deze toren is sinds 1983, samen met het naastgelegen klooster Mosteiro dos Jerónimos, uitgeroepen tot wererlderfgoed vanwege de unieke architectuur en prachtige ligging aan het water. Al met al zeker genoeg om je er een middag te vermaken.
Naar Belém? Het makkelijkst bereik je Belém met de lokale boemeltjes die vertrekken vanaf station Caís do Sodré, op zo’n 750 meter lopen van het Praça do Comércio. Die doen er zo’n 10 minuten over en vertrekken iedere 10 minuten.
Reizen naar Portugal
Deze zomer naar Portugal? Dan ben je vast benieuwd hoe je hier kunt rondreizen en waar je rekening mee moet houden.
Visa en grensformaliteiten
Portugal is lid van de EU en doet ook mee aan het Schengenverdrag. Je hebt dus in principe geen paspoort- en douanecontroles en je kunt zo lang blijven als je wilt.
Vervoersmiddelen
Vanuit Nederland is het het makkelijkst om naar Portugal te vliegen. Zowel vanaf Schiphol, Eindhoven als Rotterdam-The Hague gaan er vluchten naar Portugal met de nationale luchtvaartmaatschappij TAP Portugal, KLM (alleen vanaf Schiphol), Transavia, Ryanair en Easyjet.
Je kunt natuurlijk ook over land naar Portugal reizen. Dat is voor een langere trip geen gekke mogelijkheid, maar wanneer je maar één of twee weken op pad gaat is de 2200 kilometer enkele reis misschien toch wat ver. De hele route vanuit Nederland naar Lissabon met de auto gaat over goede snelwegen. Houd wel rekening met hoge tolkosten in Frankrijk, Spanje als Portugal.
Je kunt ook met de trein naar Portugal, bijvoorbeeld tijdens een Interrail-trip. Ook dat duurt uiteraard lang. Reken op minstens 24 uur achtereen vanuit Nederland. Hier lees je meer over hoe Interrail werkt.
Wil jij na het lezen van deze post ook eens buiten Lissabon kijken als je in Portugal bent, bijvoorbeeld deze zomer? Of ben je al op één of meer van deze 6 hotspots in Midden-Portugal geweest en heb je meer tips? Laat het weten in een reactie hieronder!